De wind doet het voor
en blaast een refrein
door het bos van gemodereerd
zijn
Ik hoor vaag de woorden
‘Laat gaan, laat het los’
en ik wil,
maar het doet me wat pijn
De warmte, het deken
van zon en illusie,
ik hou ze veel liever dichtbij
Als ik dàt laat gaan,is
– zoals ik het nu zie-
het lang, zalig leven voorbij
Het klein beetje rouw,
het loslaatmoment,
van de zomer naar herfst
en meer binnen
is op zich niet echt erg,
maar ik zou, kon ik kiezen,
nooit aan deze fase beginnen
Ik weet het, het went
en het wordt ook best fijn,
met een boek
en het vuur van een haard
Maar voorlopig is
weemoed wat ik het meest voel
nu de herfst
de hoogzomer bedaart.